Jaren ‘80
De restauratie van ’t Hooghuys is in 1976 begonnen toen Luc Stas het, na jarenlange leegstand en verkrotting, aankocht. De ingang was door een wildgroei van planten en struiken quasi onmogelijk terug te vinden. Een groep waardeloze gebouwen en een in 1960 ingestort karhuis, ontsierden de ingang. Het geheel was volledig vervallen en geschonden. Nergens waren er nog deuren en vensters. Alles was stuk geslagen en aan de tand des tijds overgelaten.
Met eigen middelen en veel energie heeft Luc Stas gedurende 10 jaar al zijn vrije tijd in de restauratie gestoken. Het is zijn verdienste dat een halt werd toegeroepen aan het verval van ’t Hooghuys waardoor dit authentiek stukje erfgoed voor het nageslacht werd bewaard.
Jaren ‘90
Begin 1990 kwam ’t Hooghuys in handen van Gunter Pauli, welke fase 2 inluidde van de restauratie. Met nieuwe energie en de nodige financiële middelen werd eerst de restauratie van de “langsschuur” aangepakt. Om ze te redden dienden alle muren te worden verankerd. Het oorspronkelijk gebinte , met een 8cm verschoven nok was niet langer geschikt voor het dragen van een dakconstructie. Er werd bovenop het gerestaureerde oude gebinte een 2de dak aangebracht. Kruisramen en deuren werden gerestaureerd en/of extra voorzien. Een natuurstenen vloer en nieuwe nutsvoorzieningen maakten van de 18de eeuwse “langsschuur” een kantoorruimte met respect voor het verleden.
‘t Hooghuis zelf kreeg ook nieuwe ramen met veiligheidsglas, de houten vloeren en trappen werden respectievelijk gerestaureerd en vervangen, het dak werd onder handen genomen, de buitengevel werd ontdaan van cementresten en kreeg nieuw voegwerk. Binnen werden het pleisterwerk en de nutsvoorzieningen hernieuwd. ‘t Hooghuys was toen al aangetast door zoutkristallen en kende vele vochtproblemen. Zoals hieronder zal blijken stonden de technieken om deze efficiënt te bestrijden nog in de kinderschoenen.
’t Hooghuys anno 2010
Toen we ’t Hooghuys in mei 2007 aankochten was het ruim tien jaar verhuurd geweest. Achterstallig onderhoud en leegstand hadden veel schade aangericht. Een grondige aanpak van de structurele problemen drong zich op.
- Het hoge grondwaterpeil en het feit dat heel het domein is omgeven door een slotgracht, die in de wintermaanden heel hoog staat, zorgde voor opstijgend vocht in de muren. Het grondwater stond in de grote zaal gelijkvloers zelfs letterlijk op de vloer.
- Aangezien de muren van de grondvesten maar liefst 1m20 dik zijn en rusten op grote witte stenen waarop dan in ruggegraatverband de muren in bakstenen van groot formaat (Spaanse type) werden opgetrokken, was het geen sinecure om hier, door middel van injectie, een halt toe te roepen aan het opstijgend vocht. Elke 9 cm, langs binnen- en buitenzijde, en vaak ook diagonaal werden er gaten aangebracht welke vervolgens met speciale emulsiegel werden gevuld. Na 6 maand tot een jaar is het resultaat een verglaasde laag in de muren die het opstijgend vocht geen kans meer biedt. Deze werken duurden ruim 2 weken.
- Met het gebruik van spouwmuren waren ze in de middeleeuwen nog niet vertrouwd. De combinatie met een poreuze, wateropnemende baksteen zorgde bij langdurige en hevige regenval dan ook voor onophoudelijke activatie van de aanwezige zoutkristallen. Om dit op te lossen werden alle gebouwen dan ook in de stelling geplaatst om, door middel van 3 lagen chemische hydrofuse, van een luchtdoorlatende, waterafstotende beschermlaag te worden voorzien.. Gelijktijdig werden andere gevelwerken uitgevoerd : 2 zandstenen kruisramen en druipstenen werden gerestaureerd, eerder aangebrachte verf op steen werd met Torbosysteem gezandstraald, alsook voegwerk en gevelstenen werden bijgewerkt. Deze werken duurden ruim 2 maand.
- De binnenvloeren lagen los in het zand, er vormde zich dus helemaal geen barrière tegen opstijgend grondwater. De vloeren werden manueel uitgegraven tot op 40 cm diepte, wat ons de mogelijkheid gaf om gewapend beton te storten, nieuwe nutsvoorzieningen aan te brengen alsook het gelijkvloers met vloerverwarming uit te rusten. Op die manier kon er niet alleen komaf worden gemaakt met de, historisch niet verantwoorde, centrale verwarming maar konden we ook de zwaar gehavende vloeren restaureren/vervangen. Deze fase heeft bijna 5 maand in beslag genomen.
- De vochtproblematiek had ook zijn effect op de door de vorige eigenaar uitgevoerde bezettingswerken niet gemist. Alle bezetting, van onder tot boven, was opnieuw aangetast door zoutkristallen waardoor verf gewoon van de muur werd “geduwd”. Hoe droog de muren ook zouden worden na de gevelbehandeling, het vocht van nieuwe bezetting zou de aanwezige kristallen terug activeren met als gevolg dat het probleem zich zou herhalen. Er werd een speciale folie aangebracht doorheen gans het gebouw, waarover dan de nieuwe bezetting kwam. Om de muren ongeveer “recht” te krijgen is er op sommige plaatsen bezetting tot 12cm aangebracht. Er werd liefst 12.000 ltr water en 2 ton pleistergips verwerkt. We maakten ook hier van de gelegenheid gebruik om extra nutsvoorzieningen aan te brengen. Deze fase duurde meer dan 6 maand.
- De kelder, op niveau van de slotgracht, werd voorzien van vloer- en wanddrainage met pompinstallatie.
Fase 2 : historisch verantwoorde binnenafwerking
- Aangezien leem niet hechtte op de aangebrachte folie, maar we toch dat effect beoogden, is de gipsbezetting bewust niet gepolierd, maar gesponsd. Kalkverven op basis van oude historische kleurenpaletten deden de rest.
- Alle houten vloeren werden opgeschuurd en voorzien van een natuurlijke beschermlaag of vergrijsd. De door vernis vergeelde, eiken trappen uit de jaren ’90 werden gezandstraald en door vergrijzing verouderd zodat ze beter tot hun recht kwamen in dit historisch gebouw.
- De oude grijs-zwarte terracotta vloer in de keuken werd gerecupeerd. De grote zaal gelijkvloers kreeg een oude blauwe stenen vloer in romaans wild verband. De bibliotheek en de noordelijke uitbouw kregen oude plavuizen in verschillende motieven geplaatst.
- Er waren slechts 2 binnendeuren authentiek. Deze werden bewaard en dienden als voorbeeld voor de vervanging van de andere deuren. Ze werden allemaal vervaardigd uit oude massieve eiken planken, met zwaluwstaartverbinding op kader geplaatst, verouderd, vergrijsd en voorzien van met de hand gesmeed beslag. Daar waar nodig werden er nieuwe dolken in de muur geplaatst.
- De aanwezige moderne keuken moest plaats ruimen, voor een oude landelijke vlaamse keuken. Op de 1ste verdieping werd van de badkamer enkel de oude kerkvloer met witte marmeren cabuchons behouden. De badkamer en de toiletten werden met een knipoog naar het verleden in Vlaamse stijl ingericht.
- Net zoals in de andere vertrekken vindt men in de Ridderzaal op de 1ste verdieping fraai gesculpteerde balken die rusten op mooie gotische korbelen. In tegenstelling tot de andere ruimten is de zoldering hier geschilderd in oude vlaamse kleuren. Eén balksloef is volledig intact gebleven en heeft zelfs nog de oorsponkelijke renaissance fresco’s. Een unicum in zijn soort. Ook de gerestaureerde wapenschilden van de vroegere eigenaars zijn duidelijk zichtbaar. Tijdens de restauratie werd de aanwezige open haard terug in ere hersteld en kreeg hij authentieke 18de eeuwse witstenen schouwpenanten.
- Oude dakgebintes werden tegen houtwormen behandeld en vervolgens voorzien van een beschermlaag.
Fase 3 : heraanleg van het park
- Verscheidene bomen (wilgen, populieren en kastanje) moesten door ziekte worden geveld en plaats maken voor nieuwe aanplant. Hagen van wel 5 meter hoog dienden drastisch te worden teruggesnoeid.
- De slotgracht werd uitgekuist en aan de voorzijde voorzien van beschoeiing tegen uitspoeling.
- De ingang naar de kantoren (langsschuur) werd heraangelegd. Concept: houten paalwoning tegen kasteelmuur. In de praktijk vertaald naar een houten vlonder op waterniveau , die de aanwezige waterput visueel versterkt en overgaat in een houten bijgebouw als inkom naar de kantoren.
- De parking, voordien in de dreef , werd heraangelegd en uitgebreid tot 14 plaatsen.
- Het binnenplein, de Warande, wordt grondig aangepakt. Concept : de 4 elementen : water, vuur, aarde en lucht moeten aanwezig zijn.
- Water: Een putboring in de Antverpia laag (90m diep) moet er als bron voor zorgen dat de slotgracht (via de centrale fontein en grote waterpartij tot in de gracht) niet meer “droogvalt” in de zomer.
- Vuur: Een grote vuurput zorgt voor de kampvuren en zelfs varken aan ’t spit.
- Aarde: De aangelegde paden langsheen de diverse perken en inheemse bomen
- Lucht: De indeling van de tuin zorgt voor prachtige doorkijkkamers met de lucht op de achtergrond.
- Duizenden inheemse planten, struiken en bomen worden in het voorjaar van 2010 aangeplant om het park een unieke, rustgevende uitstraling te bezorgen.